Een zomerse dag. Colin en Lucas staan aan een drankautomaat in het Centraal Station van Antwerpen, kijkend naar een fris flesje Ice Tea in een drankautomaat. Met een Dopper in de hand, realiseren ze zich de absurditeit van overal een drinkbus te kunnen vullen met water, maar een frisdrank nog altijd in plastic flesje of blik te moeten kopen.
Dit beschrijft het intrinsiek probleem dat frisdrank hand in hand gaat met wegwerpverpakkingen. Na uitgebreid onderzoek, blijkt dit het tipje van de ijsberg: een overvloed aan water wordt nodeloos getransporteerd en daarbovenop zitten deze smaken vol met suikers of chemische toevoegingen.
Met hulp van hun twee beste maten, Lukas en Mathijs, wordt al snel een eerste prototype ontwikkeld. Deze eerste versie doorloopt een succesvolle proefperiode op de Universiteit van Gent.
Een jaar later is Dripl geboren, met de frisdrankautomaat 2.0 en een enthousiast team zijn ze op weg de industrie heruit te vinden.